Het stokje doorgeven

Acht vrouwen druppelen binnen in de voorkamer van de grote witte villa met een ruime oprijlaan. Ze geven elkaar een hand of pakken elkaar stevig vast zoals goede vrienden dat doen. Er wordt koffie of thee ingeschonken precies zoals ik drie jaar geleden met dit vaste ritueel ben begonnen. Er heerst een opgetogen stemming. Een verlangen naar mooie verhalen van elkaar.

Elke twee weken is er een ander thema, een verrassing voor de deelnemers. Elk thema maakt iedere deelnemer bewust van verborgen elementen in haar eigen leven; keuzes die gemaakt zijn, ontwikkelingen die erop volgden of niet. Dit keer is het gesprek gericht op estafetteverhalen. Verhalen waar je vanuit je persoonlijke geschiedenis van je ouders of grootouders idealen, waarden of gedrag ontvangt en al dan niet met een twist doorgeeft. Het is elke keer weer verrassend wat uit het verre verleden opduikt, welke twist er aan gegeven is en wat ieder zelf wil doorgeven aan anderen voor de toekomst.

Als ik hen complimenteer met hun manier van doen vertel ik hen dat het thema van vandaag “het stokje doorgeven” is. Ze kijken mij niet begrijpend aan.
Ik geef meer uitleg. Ieder staat op de schouders van zijn ouders en ook zij staan op de schouders van hun ouders. Gewoonten, rituelen, bewegingen, opvattingen en waarden worden vaak ongemerkt door ouders en grootouders doorgegeven. Ik wil je vragen om in gedachten je ouders en grootouders één voor één voor de geest te halen en je te focussen op hun favoriete uitspraken of veel voorkomende opvattingen, kenmerkend gedrag of voorkeuren. Noteer deze als je wilt.

Het wordt stil. Een eerste reactie komt. ‘Ik heb gebroken met mijn familie toen ik 15 jaar was. Ik wilde er niks meer mee te maken hebben’. Ik antwoord niet echt maar hum een beetje en zeg ‘Vraag je eens af of de invulling van je leven begint bij je geboorte of dat er misschien onzichtbare draden uit het verleden zijn’. Ik zie haar denken.
Een andere deelneemster meldt zich en zegt: ‘In het huis van mijn ouders stond de deur altijd open. We hadden een groot huis met veel kamers en ook in de oorlog bleef ons huis een plek voor veel mensen buiten onze familie. Onderduikers waren er in ons huis verborgen. Het bracht vaak veel spanning met zich mee. We wisten nooit hoe het zou aflopen. Nadien hebben we er nooit echt over gesproken. Maar ook ik heb altijd mijn huis open gesteld voor bijeenkomsten. Het huis was er geschikt voor en ik vond het belangrijk dat er veel mensen van konden genieten. Het was vanzelfsprekend. Ik heb er nooit eerder zo naar gekeken maar ik voel weer verbinding met hen’.

Dan volgt een andere deelneemster. ‘Mijn vader hield van uitstapjes maken naar andere steden om de architectuur goed te bekijken. Als kind moesten mijn zus en ik mee en het duurde eindeloos. Verschrikkelijk vond ik het, oersaai om zo lang naar een deur of gevel te kijken. En nu 40 jaar later doe ik precies hetzelfde. Ik zoek van te voren gebouwen uit die ik in het echt wil bekijken. Ik hou van Art Deco en die huizen bezoek ik samen met mijn man. Er volgt een dikke lach en dan ‘Ik weet niet precies waarom ik die huizen echt wil zien, waarom een boek niet genoeg is. Als ik voor een prachtig huis sta dan beleef ik dat van top tot teen’.

En zo volgt de één na de ander. Een verhaal over armoede. Geen geld hebben en daarom zorg hebben voor het verzorgen en onderhoud van alle spullen. Het beroep van vader dat op eigen wijze ter hand is genomen. En dan komt het verhaal van de eerste mevrouw. Ze vertelt: ‘Mijn grootvader was grootgrondbezitter. Ik weet niet precies hoeveel grond hij had maar het was veel. Als jongere boeide het me niet. Het gezeur over de kosten van herstel van de hekken, de wil om uit te breiden en dieren die vastzaten in de hekken. Brrrrr, het stond me tegen. Ik heb er eigenlijk niet meer aan gedacht sinds ik 60 jaar geleden ben vertrokken. Nu realiseer ik me dat ik met mijn kleine budget ook grond verzamel. Elk jaar koop ik van Utrechts Landschap 1 m2 zodat zij hun eigendommen vergroten en er meer grond beschikbaar is voor natuur en de dieren. 1m2 kan ik betalen en vind ik enorm leuk’.

Nadat iedereen is geweest, kijken we elkaar aan, en verwonderen ons over wat aan ons is overgedragen; de vingerafdruk van voorouders die ongemerkt is meegekomen.

Vervolgens las ik als begeleider een versnelling in; een vertelronde waar ieder zijn betekenis van zijn ontvangen stokje deelt. Het is altijd een snelle korte vertelronde, waarin deelnemers elkaar kunnen aanvullen met wat zij in het verhaal hebben gehoord.
Tot slot wordt er afgesloten met een ronde voor de toekomst. Iedereen heeft iets van zijn voorouders meegekregen. Ook zal ieder een voorouder zijn voor een volgende generatie. Wat wil je meegeven uit deze ervaring? Wat maakt jouw ervaring de moeite waard voor anderen en wat hoop je voor hen?

Met het denken over de toekomst lijkt de ruimte zich te vullen met energie. Er klinken, wensen die niet alleen van persoonlijke betekenis zijn maar ook een maatschappelijke belang vertegenwoordigen. Het gaat over natuurbehoud, stikstofvermindering, het gaat over delen van bezit, het gaat over regie nemen over je leven en eigen keuzes maken die je in je leven vooruit helpen.

Het is daarom dat estafetteverhalen me zo aan het hart gaan. Estafetteverhalen verbinden verleden, heden en toekomst en geven je kans om in actie te komen met de mogelijkheden die je hebt.